Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt de komende 2,5 jaar maar liefst €8,5 miljard beschikbaar om – we citeren – “leerlingen en leerkrachten te helpen om leervertragingen en andere problemen door corona aan te pakken.” De ‘NPO/corona-denktank’ van MosaLira ondersteunt de scholen bij het maken van hun eigen herstel-/verbeterplannen. Marika de Bruijn en Marc Houben praten ons bij.
Niet dat ze niet blij zijn met deze financiële handreiking, die ze wel eens gekscherend ‘De Zilvervloot van Arie Slob’ noemen, maar dat het geld in twee jaar tijd op móet, doet de wenkbrauwen wel fronsen. De Nederlandse onderwijssector snakt immers naar structurele investeringen in het onderwijs. Marika de Bruijn: “Het zij zo, we gaan er dankbaar gebruik van maken. Het positieve van het afstandsonderwijs vind ik dat we terug hebben moeten gaan naar de kern. Concreet: goed onderwijs, met minder ‘franje’.” Marc vult aan: “We moeten ook deels zorgen voor opvoeding en opvang, maar school is natuurlijk niet de oplossing voor elk maatschappelijk probleem. Laten we de kostbare onderwijstijd effectief benutten door te focussen op de basisvaardigheden rekenen, taal en lezen, naast de sociaal-emotionele ontwikkeling en kennis van de wereld. Anders is het logisch dat de prestaties van kinderen op deze basisvakken achteruit gaan, zoals nu door de inspectie wordt geconcludeerd.”
“Ouders hebben veel meer inzicht gekregen in wat de juf of meester allemaal doet. Dat is pure winst."
Alle scholen inventariseerden de stand van zaken. Het team dacht mee, ouders en kinderen werden bevraagd, kindpartners werden erbij betrokken, feiten en cijfers werden verzameld. De leden van de denktank analyseerden alle rapportages en eind april presenteerden zij hun ‘trends en adviezen’. De rode draad van hun advies aan alle scholen is om de herstel-/verbeterplannen te baseren op de kwaliteitsslag die ze toch al wilden maken. Terug naar de basis, dat is het devies. Aangevuld met: niet halsoverkop gaan doen, maar eerst goed onderzoeken. En vergeet vooral niet slim gebruik te maken van bewezen effectieve interventies én van alles wat we de afgelopen tijd geleerd hebben. Wat vooral werkt is bijspijkeren, individueel of in kleine groepjes. Verder leren kinderen het meest van goede inhoudelijke feedback door de leerkracht. Daarmee kunnen zij tot zes maanden achterstand inlopen.
Nu zijn de scholen weer aan zet. Elke school maakt z’n eigen plan en stemt dat af met de achterban: wat gaan we doen, hoe pakken we dat aan en wat hebben we daarvoor nodig? De verwachting is dat er naast de aanschaf van software, methodes en andere materialen flink wordt ingezet op professionalisering van medewerkers en dat er veel vraag zal zijn naar extra leerkrachten en onderwijsondersteuners. Marika: “We gaan voor kwaliteit: voor goed opgeleide collega’s met stevige didactische vaardigheden. Het wordt een uitdaging, maar we zijn druk aan het werven.”
Marc en Marika benadrukken voortdurend dat niet alleen gekeken moet worden naar mogelijk negatieve ontwikkelingen, maar ook naar wat wél goed ging. Onderwijs in coronatijd heeft immers ook veel positiefs gebracht. Verworvenheden waarvan kinderen, leerkrachten en ouders niet eens wisten dat ze het konden. Er zijn genoeg kinderen die in alle rust thuis – en door de extra betrokkenheid van de ouders – juist beter tot leren kwamen. Ook blijken sommige leerlingen juist enorm te floreren door meer zelfstandig te werken. Marika: “Hebben we ze misschien te veel aan het handje genomen? In het kader van passend onderwijs is de aandacht vooral gericht op de zwakkere leerlingen. Dat is mogelijk ook een reden waarom opbrengsten teruglopen; het fundamentele niveau halen we wel, maar het streefniveau voor de middengroep en de betere kinderen halen we in veel gevallen niet.”
“Ik vind dat we niet zo zeer harder hebben moeten werken, maar wel anders. Onze teams hebben dat goed opgepakt, daar mogen we allemaal trots op zijn. Het is ook een goede oefening geweest in loslaten en nieuwe dingen durven doen.”
Sara werkt als ambulant begeleider vanuit het dienstencentrum voor veel scholen van MosaLira, maar ze is ook onderwijskundige: “Ik heb hier veel van geleerd, ook van de andere teamleden. Zo viel me op dat de directeuren en IB-er heel pragmatisch denken. Zij weten hoe een en ander bestuurlijk werkt, ook op het gebied van financiën. Daar heb ik minder goed zicht op, maar ik denk ik met mijn onderwijskundige blik zeker iets hebben kunnen aandragen. Waar ik me de meeste zorgen over maak? Over de instromende peuters, die hebben het afgelopen jaar teveel thuisgezeten.”
Leestijd 5 min.
Leestijd 9 min.
Alleen als lichaam en geest gezond en veilig zijn, kunnen leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Daarom besteden we volop aandacht aan een gezonde leefstijl, sport en beweging. We pakken pesten aan en zorgen, in de lessen én in ons beleid, voor een veilig schoolklimaat waarin iedereen zich gezien en gehoord voelt.
De keuzes die we maken worden mede bepaald door de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (DO’s), die in 2015 door 193 wereldleiders zijn benoemd. Ze moeten de wereld tot een betere plek maken in 2030. Je ziet de DO’s op allerlei manieren in onze organisatie terug: in wie we zijn, in ons beleid én in het onderwijs dat we elke dag geven.
Onze scholen werken nauw samen met andere organisaties met wie we de zorg voor onze leerlingen delen. Bijvoorbeeld organisaties voor tussen- en buitenschoolse opvang, kunstonderwijs, jeugdzorg, logopedisten of fysiotherapeuten. Kijk voor meer informatie bij de verschillende scholen.
Via de medezeggenschaps- en leerlingenraden oefenen leerlingen, medewerkers en ouders invloed uit op het beleid van hun school. Ook is er een gezamenlijke medezeggenschapsraad (GMR), die meedenkt over het beleid van MosaLira.
IPC (International Primary Curriculum) gaat uit van de overtuiging dat kinderen het beste leren door boeiende, actieve en zinvolle lessen. Binnen IPC werken we met overkoepelende thema’s waarin alle zaak- en creatieve vakken met elkaar verbonden zijn. Bijvoorbeeld het thema ‘Chocolade’. Bij het vak kunst ontwerpen leerlingen een verpakking. Bij geschiedenis wordt chocolade in een historisch perspectief gezet en leggen we de verbanden met het heden. Bij het vak natuur staat voedsel als brandstof centraal en bij aardrijkskunde worden leerlingen uitgenodigd om te onderzoeken waar op aarde cacaobomen groeien.
Eco-School is het keurmerk om leerlingen te stimuleren tot duurzaam denken en doen. Leerlingen staan aan het roer van de duurzame veranderingen binnen de school. Samen met enkele volwassenen zijn zij het Eco-team. Ze stellen doelen en werken aan acties om het gedrag van mensen, het curriculum én de schoolomgeving te verduurzamen. Wereldwijd doen er meer dan 19 miljoen leerlingen in 68 landen mee.
Voorzitter:
Dhr. Maurice Lambriex
Vice voorzitter:
Mevr. Stephanie Dols
Ambtelijk Secretaris:
Mevr. Noor Peerbooms
Ouderleden:
Mevr. Anne Don
Mevr. Zahra Fahimi
Mevr. Kiki van Gangelt
Dhr. Ivo George
Dhr. Maurice Lambriex
Mevr. Barbara Stoelhorst
Personeelsleden:
Dhr. Roy Bleeser
Mevr. Stephanie Dols
Dhr. Tom Habets
Mevr. Christianne IJntema
Dhr. Lou Lahaye
Mevr. Lisa Reinders
Contactgegevens: gmr@mosalira.nl
Voorzitter: Thijs van der Hagen
Leden: Harm Wiertz, Thieu Kikken, Daria Severina, Marieke Kraak.
Orthopedagogen
Een specialist in ontwikkeling en opvoeding. Een orthopedagoog adviseert over ‘normale’ opvoedingssituaties, maar wordt ook ingeschakeld als de ontwikkeling of opvoeding anders of zelfs problematisch verloopt. Bijvoorbeeld als gevolg van een ontwikkelingsstoornis. Of door problemen thuis en/of op school.
Ambulante medewerkers
Onze ambulante medewerkers (BPO-ers, begeleiders passend onderwijs) hebben geen vaste werkplek, maar worden op alle scholen van MosaLira ingezet. Net waar ze nodig zijn. Daarnaast worden in het reguliere voortgezet onderwijs ambulante medewerkers vanuit het Dienstencentrum gedetacheerd naar het samenwerkingsverband Maastricht en Heuvelland VO.
Het jonge kind
Kleuters, dus kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar (groep 1 en 2)
Dyslexie
Kinderen met dyslexie hebben meer moeite met lezen, spellen en schrijven dan past bij hun leeftijd en onderwijsniveau. Hun hersenen husselen de letters als het ware door elkaar. Nauw verwant aan dyslexie is dyscalculie. Dan hebben kinderen moeite met cijfers en getallen.
Hoogbegaafdheid
Een combinatie van eigenschappen zoals een hoge intelligentie, zelfstandig en creatief. Kinderen met hoogbegaafdheid maken grote denkstappen en hebben een apart gevoel voor humor. Vaak merk je pas dat kinderen hoogbegaafd zijn, als hun capaciteiten worden aangesproken. Of als ze probleemgedrag vertonen.
Maatwerkexpertise
Deskundigheid op maat, precies aangepast aan wat een kind, leerkracht of team nodig heeft.
NT2
Het vak ‘Nederlands als tweede taal’. Het vak wordt gegeven aan kinderen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands.
Systeem
Alles wat een rol speelt op school: van de kennis van leerkrachten tot de inrichting van de klas.
Autismespectrumstoornis
Ook wel ASS genoemd. Een stoornis waardoor informatie in de hersenen op een andere manier wordt verwerkt. Kinderen met ASS hebben moeite met communiceren en sociale contacten. Ze weten bijvoorbeeld niet goed wanneer iemand boos of blij is. Ze voelen zich het fijnst in een rustige en voorspelbare omgeving.
ADHD
ADHD staat voor ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’. Kinderen met ADHD vinden het zo moeilijk om stil te zitten en op te letten, dat ze daar veel last van hebben. Bijvoorbeeld in het contact met andere kinderen. Ze zijn vaak heel spontaan en zorgzaam.
Pedagogisch klassenmanagement
Alles wat een leerkracht doet om ervoor te zorgen dat kinderen goed kunnen leren en werken in de klas. Zoals de regels die je met elkaar afspreekt, de inrichting van de klas, de manier van werken, en nog veel meer.
Speciaal (basis)onderwijs
Het speciaal basisonderwijs is er voor kinderen die zich door leer-, gedrags- of opvoedingsproblemen in het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen. Na groep 8 stromen ze zoveel mogelijk door naar het regulier voortgezet onderwijs.
Het speciaal onderwijs is er voor kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap, en voor leerlingen met (ernstige) gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. De leerlingen stromen bijna altijd door naar het speciaal voortgezet onderwijs.