Jean-Pierre: “Wij nemen uiteindelijk de beslissingen die de organisatie in totaliteit aangaan. Van ons mag je verwachten dat we de lange termijn scherp in het vizier hebben. Dat we breed kijken. We luisteren, zorgen dat we mensen gehoord hebben. Maar dat betekent niet dat de meeste stemmen gelden. Of dat wie het hardst schreeuwt, gelijk krijgt.” Besturen is immers ook een vak. En soms kunnen juist de onverwachte functies ontzettend veel informatie geven. Joan: “Een conciërge in de GMR, die weet veel! Zo iemand kan ook kijken op momenten dat anderen dat niet doen. Die ziet hoe ouders binnenkomen en kinderen weggaan, hij heeft al die bestuurders zien komen en gaan. Dat is een bron van informatie.”
Vrijheid en verantwoordelijkheid
Je kunt, wil ze maar zeggen, binnen MosaLira in elke functie echt je bijdrage leveren. Jean-Pierre is het met haar eens. “Op één van onze scholen is er nooit één opmerking over de schoonmaak. Gewoon, omdat de schoonmaakster onderdeel is geworden van het team. Ze werkt weliswaar bij een andere firma, maar ze is onderdeel van de school. Ze voelt zich medeverantwoordelijk voor het grotere geheel. Voor mij is dat de kern: mensen betrekken vanuit hun kracht en vakmanschap.”
Zo geven Joan en Jean-Pierre collega’s veel ruimte om zelf invulling te geven aan het vak en uitdagingen op te lossen. Strikte regels zijn er alleen als het echt niet anders kan. Joan: “Drie keer per dag handgel? Een leerkracht weet zelf wel hoe vaak zijn leerlingen in de toiletten komen!” Jean-Pierre: “Voor ouders is de leerkracht ook het aanspreekpunt, de belangrijkste persoon in de organisatie om te kennen. Die heeft de vrijheid om op de behoefte van je kind in te spelen. En het kind moet gewoon veel aandacht krijgen.”
De wil om stappen te zetten
Niet iedereen vindt het prettig om die vrijheid te nemen, hebben ze de afgelopen jaren gemerkt. “Je moet je ervan bewust zijn dat mensen niet zomaar van links naar rechts schuiven”, zegt Jean-Pierre. “Dat is een proces van jaren. Sommigen zijn meteen enthousiast. Die herkennen wat je zegt en willen dat zelf ook graag met hun team. Anderen moeten heel erg wennen. Dat is ook niet gek: als je gewend bent om te doen wat een ander zegt, kun je het niet van vandaag op morgen zelf bedenken. Daar moet je stappen in zetten.”
Bovendien lag er een erfenis. Jean-Pierre: “Mensen moesten aan ons wennen. We waren het snel eens over de aanpak en de visie. Maar dat betekent niet dat iedereen daar ook de consequenties al van overzag. Het is belangrijk om ook in die signalen energie te steken.” Joan, lachend: “En valt het even stil in het MosaLira-overleg, dan is er altijd wel iemand die roept: ‘wie het weet mag het zeggen, hè?’”
Het bijzondere aan MosaLira vinden de collega’s van bestuur dat de organisatie zo’n enorme wil heeft om ontwikkelingen op te pakken en vorm te geven. Dat zijn ze nog niet vaak tegengekomen. Jean-Pierre: “Als ik de rekeningen van Bol.com zie langskomen… er wordt veel kennis vergaard!” Joan lacht: “Blijken het allemaal telefoonhoesjes te zijn.” Toch kleeft aan dat enthousiasme ook het risico te hard van stapel te lopen. Daarvan zijn ze zich wel bewust. Jean-Pierre: “We stellen ons ook kwetsbaar op. We proberen onszelf te zijn en een grapje te maken. Te zeggen dat we het soms ook niet weten.”
Saamhorigheid
Neem afgelopen voorjaar: bij de uitbraak van COVID-19 weet niemand wat de volgende stap is. In de groepsapp met directeuren worden op tijd van niks alle meningen verzameld en besluiten genomen. De bereidwilligheid is groot, op de scholen werkt iedereen hard. Jean-Pierre: “Wat een kracht in de sector! Hoe ouders leerkrachten zijn gaan ondersteunen. Hoe trots ze op ze zijn, hoe blij ze met ze zijn!” De saamhorigheid is hartverwarmend. “Ik heb ontroering gevoeld voor hoe snel dingen opgepakt konden worden”, vertelt Joan. “Dat heb ik nog nooit in die mate meegemaakt. Er liepen duizenden onzichtbare lijntjes door de stad: met familie, vrienden, kennissen. Heel bijzonder.”
Gelukkig staan ze op dat soort momenten niet alleen. Joan: “We kunnen bij elkaar te rade gaan, even toetsen. Ik vind het goud om dat zo samen te mogen doen.” Zij is, zoals ze zelf zegt, ‘soms een hittepetit’, hij is altijd positief. Dat houdt elkaar in balans. “Ik kan me druk maken”, zegt Joan. “Dan zegt Jean-Pierre: ‘kump good. Maak je niet druk!’ Dat werkt.” Jean-Pierre: “Andersom kun jij ook zeggen: ‘dat moeten we morgen toch even oppakken.’ Dat is fantastisch, met zijn tweeën. Je vult elkaar aan. Ik hoor vaak terug dat mensen dat zien. Er zit geen licht tussen, dat merken mensen. Wij zijn niet bezig met onze samenwerking, wij zijn bezig met het geheel en de organisatie.”
Werken aan professionaliteit
Hoe de organisatie er in de toekomst uit zal zien? Jean-Pierre: “We kunnen nog veel meer van elkaar leren. Door echt de verbinding aan te gaan, ook de moeilijke dingen met elkaar te delen. De breedte te zoeken. Dat gaat bij sommige scholen vanzelf, bij andere niet.” Joan vult aan: “Op alle niveau’s kom je mensen tegen die denken: ‘ik doe de deur van mijn klas dicht en dit is mijn koninkrijk’. Maar dat betekent vaak niet dat die mensen een ander niet willen helpen!” Joan en Jean-Pierre proberen vakmanschap daarom steeds vaker samen te brengen. Bijvoorbeeld in de leernetwerken, waar medewerkers ervaringen delen en kennis opdoen rondom thema’s als hoogbegaafdheid, muziek of kindercoaching.
“Onze mensen zien de weerspiegeling van de maatschappij hun school binnenkomen. Ze merken welke bewegingen gaande zijn. Dat weten ze ook goed te benoemen. Ook dat is professionaliteit: ben je in staat daarop in te spelen?” Het gaat best goed in Nederland, vinden ze. Maar de situatie is gespannen. Begrijpend lezen gaat achteruit, steeds meer docenten kampen met een burn-out. “Je hebt als leerkracht weinig vrijheid”, ziet Joan. “Je bent gebonden aan plaats en tijd. Dan verdien je, als leerkracht en als directeur, genoeg tijd om je goed voor te bereiden, om te werken aan je professionaliteit.”